"Gebiedsontwikkeling helpt Tilburg echte universiteitsstad te worden"

Meer woningen, voorzieningen en ontmoetingsruimtes voor studenten, plus een intercitystation Tilburg Universiteit: student Thijs Jansen heeft volop wensen voor de gebiedsontwikkeling in Tilburg West. Als voorzitter van studentenvakbond F.U.S.T. is hij namens de Tilburgse studenten betrokken bij de plannen van de gemeente. “Het zou mooi zijn als studenten en inwoners minder op aparte eilandjes gaan leven.”

Thijs Jansen verhuisde voor zijn studie Bestuurskunde aan Tilburg University van Zeeland naar Tilburg. Een goede stap, want hij heeft het prima naar zijn zin in de stad. “Tilburg is een stad met alle kwaliteiten van een dorp”, vertelt hij. “Er heerst een ons kent ons-cultuur, waardoor we in Tilburg relatief makkelijk met elkaar in gesprek kunnen gaan. Ik hoop dan ook dat ik na mijn afstuderen een baan in de omgeving vind, want ik zou hier graag blijven wonen.”

Naast student is Thijs oprichter en voorzitter van studentenvakbond F.U.S.T. Een paar jaar geleden was hij voorzitter van een medezeggenschapspartij binnen de universiteit. Maar hij realiseerde zich dat hij vanuit die rol niet de veranderingen kon realiseren die nodig zijn voor studenten. “Studenten hadden klachten die de universiteit niet alleen kon oplossen”, zegt hij. “Denk aan het vinden van een kamer of problemen met een huisbaas. Treinstation Tilburg Universiteit is ook een goed voorbeeld: dat is geen intercitystation en de stoptrein rijdt het station regelmatig voorbij. Niet fijn als je op tijd moet zijn voor je tentamen. Daarom richtte ik een nieuw studentenorgaan op: studentenvakbond F.U.S.T. (Federal Union Students Tilburg), dat alle Tilburgse studenten vertegenwoordigt. Als F.U.S.T. kunnen we ook aan de gemeente en andere partijen onze stem laten horen en worden we als studenten serieus genomen door partners in de stad.”

F.U.S.T. denkt mee over de gebiedsontwikkeling van Kenniskwartier, waar de universiteit ligt. Thijs ziet volop kansen in de plannen. “Er worden nieuwe woningen gebouwd, waar ook studenten van kunnen profiteren”, zegt hij. “We praten mee over het treinstation, dat mogelijk een intercitystation wordt, en over de sportvelden van de universiteit. Sommige sportvelden moeten misschien verplaatst worden naar een andere locatie, maar dat zou voor studenten niet goed zijn. Studentenhockeyvereniging SHOT Tilburg is bijvoorbeeld één van de grootste sportclubs van Tilburg. Onderzoek onder leden wijst uit dat een aanzienlijk deel van de studenten stopt met sporten als de vereniging haar huidige locatie verliest. Dat zou slecht zijn voor hun welzijn, want sporten is erg belangrijk voor de gezondheid en voor sociale contacten.”

Thijs vindt het belangrijk dat er bij de gebiedsontwikkeling rekening wordt gehouden met de manier waarop studenten willen leven. “De campus is de plek waar we studeren, maar de sociale kant van het studentenleven vindt verspreid over de stad plaats”, zegt hij. “Ik zou het mooi vinden als er in Tilburg West een gezamenlijke plek komt waar studenten elkaar kunnen ontmoeten om samen te studeren, koffie te drinken en te ontspannen.
 

Een plek waar de universiteit en de stad Tilburg in elkaar overlopen, en waar inwoners en studenten elkaar kunnen ontmoeten. Stad en student mogen veel meer samengaan en minder op losse eilandjes leven. We zijn nu eenmaal allemaal inwoners van Tilburg.”

Naast betaalbare woonruimte en ontmoetingsruimtes, hebben studenten ook goede voorzieningen in de buurt nodig, zoals een huisarts en apotheek. “Daarom vind ik het goed dat de Westermarkt straks meer van dat soort diensten krijgt”, zegt Thijs. “Winkels zijn nodig, maar gezondheidszorg toegankelijker maken voor studenten is belangrijker. Mijn wens is dat er straks moderne appartementengebouwen in Tilburg West staan, met plekken waar studenten en inwoners elkaar ontmoeten. Dat de wijk veilig is, met veel groen en goede voorzieningen. De gemeente wil dat Tilburg van een stad met een universiteit uitgroeit tot een échte universiteitsstad. De komende gebiedsontwikkeling hier kan daar een mooie eerste stap in zijn.”