“Bewoners Tilburg-West komen niet alleen voor een ijsje bij ons langs”

Al bijna honderd jaar is De IJskoning Tilburg een begrip in Tilburg-West. Van gezinnen tot studenten en van kinderen tot ouderen: iedereen weet de ijskramen van broers Bart en Nino van den Oetelaar te vinden. Of dat nu de kraam bij het Wandelbos of die bij het Spoorpark is. De komende jaren komen er in Tilburg-West duizenden nieuwe woningen bij en dat biedt kansen voor de ondernemers. “Hoe meer klandizie, hoe beter.” 

In 1927 begon de overgrootvader van Bart en Nino van den Oetelaar met De IJskoning Tilburg. Op zijn bakfiets reed hij door de straten van Tilburg-West om zelfgemaakt vanilleroomijs te verkopen. Zijn zoon nam het al snel over en was op zondagen te vinden bij de speeltuin naast het Wandelbos. In de jaren zeventig stond de derde generatie klaar om het stokje over te nemen. Ad van den Oetelaar ging met een aanhangwagen op pad en verkocht ijs op verschillende markten. Op zondag bleef hij trouw aan het Wandelbos. “Toen mijn vader met pensioen ging, namen Nino en ik het bedrijf over”, vertelt Bart van den Oetelaar. “We hebben nu twee kramen in Tilburg-West waar we nog altijd ons huisgemaakte vanille-ijs verkopen: op onze vertrouwde stek bij de ingang van het Wandelbos en sinds vier jaar bij het Spoorpark. Op zaterdag staan we op de Tilburgse Markt, maar de rest van de week zijn we op onze vaste plekken te vinden. Tenminste, zolang het weer wil meewerken.” 

Tijdens het bestaan van de ijskraam is Tilburg-West enorm veranderd. Van wat straten langs de rand van het buitengebied groeide de wijk uit tot een druk woongebied, met een universiteit en bewoners uit allerlei culturen. De ijskraam is altijd een vaste waarde gebleven. Veel klanten komen er al hun hele leven een ijsje halen. “Toen ze klein waren, kregen ze een ijsje van hun grootouders en nu komen ze bij ons langs met hun eigen kleinkinderen”, zegt Nino. “Ze komen vaak ook voor een praatje. Over voetbal of het nieuws. We hebben echt een sociale functie en dat maakt ons werk zo mooi.” Bart: “Vanachter de kraam zien we van alles gebeuren in de wijk. Ik probeer altijd op onze klanten te letten. Soms komt iemand bijvoorbeeld opeens alleen, terwijl hij altijd met zijn vrouw een ijsje kwam eten. Dan vraag ik even hoe het gaat. Het is voor mensen fijn als ze hun verhaal kwijt kunnen.” 

Het klantenbestand van de ijskramen is heel divers. Bij het Spoorpark komen veel studenten, zowel Nederlands als internationaal. Bij het Wandelbos komen veel fietsers langs, net als gezinnen en opa’s en oma’s met kleinkinderen. Bart: “De wijk is bovendien een mengelmoes van allerlei culturen. Ik zie het als de kracht van Tilburg-West dat die zonder problemen samenleven. Ze komen vaak bij elkaar op het grasveld voor het Wandelbos en de kinderen spelen daar samen. Daarom is dat ook zo’n toplocatie voor onze ijskraam.” 

Over de plannen voor de gebiedsontwikkeling in Tilburg-West zijn Bart en Nino positief. Ze zien vooral kansen in de duizenden woningen die gebouwd gaan worden. “Groei van het aantal bewoners is goed voor onze klandizie en bovendien zijn nieuwe woningen hard nodig”, zegt Nino. “We zijn ook te spreken over de groene verbinding die wordt aangelegd tussen het Spoorpark met het Wandelbos.” Lachend: “Dan kunnen mensen mooi een voor- én nagerecht bij ons komen halen. Voor ons, en ook voor de wijkbewoners, is het vooral belangrijk dat het Wandelbos en het grasveld ervoor blijven bestaan. Dat is het hart van de wijk, dé plek waar iedereen elkaar ontmoet.”